shy (bn):
schuchter(en) —.
(de) anderen gegenüber gehemmt.
(es) —., verlegen(en) —.
(en) —.
(pl) —., bedeesd(en) —., beschroomd(en) —., klein(en) —., schuw(en) —., verstandig(en) —., voorzichtig(en) —., beschaamd(de) —., ingetogen(de) sich nicht in den Vordergrund drängend., kort(de) Namibia, in Verbindung mit Adverbialbestimmungen der Zeit: mit geringem zeitlichen Abstand von etwas., vlak(de) Namibia, in Verbindung mit Adverbialbestimmungen der Zeit: mit geringem zeitlichen Abstand von etwas.
shy (ww):
gooien(en) —., terugspringen(en) —., weggooien(en) —., werpen(en) —., beschamen(pl) —., generen(pl) —.
shy (zn):
aangooi(en) —., gooiplaats(en) —., gooiplek(en) —., worp(en) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com