slang (zn):
A characteristic language of a particular group (as among thieves)
Bargoens, argot, boeventaal, dieventaal, groepstaal, jargon, koine, kringtaal, kunsttaal, omgangstaal, slang, spreektaal, vakjargon, vaktaal, volkstaal
slang (zn):
Informal language consisting of words and expressions that are not considered appropriate for formal occasions; often vituperative or vulgar
jargon, bargoens
slang (ww):
Fool or hoax
bedotten, beetnemen, foppen, inlappen
Via: Ensyns.nl
slang (zn):
dialect(en) —.
(lt) {{Kategorija., streektaal(en) —., Bargoens(de) spezielle Geheimsprache, die zur Kommunikation unter Gaunern verwendet wird.
(lt) {{Kategorija., jargon(it) linguaggio convenzionale., straattaal(fr) Langage populaire, non-académique..
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com