bedotten

als woordenboektrefwoord:

bedotten:
(bedotte, bedot), bedriegen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

bedotten (ww) :
misleiden, iets wijsmaken, bedriegen, afzetten, foppen, bedonderen, beetnemen, beduvelen, overbluffen, mystificeren, verschalken, vernachelen, verlakken, een rad voor de ogen draaien, voor de gek houden, voor het lapje houden, in de luren leggen

als synoniem van een ander trefwoord:

beetnemen (ww) :
vastpakken, misleiden, bedriegen, belazeren, te slim af zijn, afzetten, foppen, beduvelen, pieren, tuk hebben, bedotten, mystificeren, verschalken, vernachelen, verlakken, voor de gek houden, ertussen nemen, in de nek zien, in de maling nemen, in de luren leggen
bedriegen (ww) :
misleiden, belazeren, smokkelen, besodemieteren, bedonderen, beetnemen, beduvelen, pluimen, bedotten, neppen, beethebben, oetsen, bezwendelen, besjoemelen, smousen
belazeren (ww) :
oplichten, bedriegen, besodemieteren, bedonderen, beetnemen, ontrouw zijn, beduvelen, verneuken, bedotten, neppen, verlakken, bezwendelen, besjoemelen
foppen (ww) :
beetnemen, pieren, pluimen, bedotten, voor de gek houden, ertussen nemen, een poets bakken
bedonderen (ww) :
misleiden, bedriegen, belazeren, besodemieteren, beduvelen, bedotten, verlakken, beliegen
beduvelen (ww) :
bedriegen, bedonderen, beetnemen, voorliegen, bedotten, te grazen nemen, besjoemelen
besodemieteren (ww) :
oplichten, vals spelen, afzetten, uitbuiten, bedonderen, beduvelen, bedotten
verlakken (ww) :
oplichten, bedriegen, belazeren, beetnemen, beduvelen, bedotten
beethebben (ww) :
bedriegen, foppen, beetnemen, bedotten
flessen (ww) :
beetnemen, beduvelen, bedotten
verschalken (ww) :
bedriegen, beetnemen, bedotten

woordverbanden van ‘bedotten’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Dwaling veroorzaken. Misleiden is eigenlijk niets anders dan op een verkeerd spoor brengen en daardoor dwaling veroorzaken; het wordt alleen in figuurlijken zin gebruikt. Een der Grieksche schilders wist zoo bedriege lijk druiven na te bootsen, dat de vogels er zich door lieten misleiden. Bedriegen heeft het bijbegrip, dat de misleiding gepaard gaat met schennis van vertrouwen. Bedotten duidt, evenals de vier volgende woorden en verschalken aan, dat er list of slimheid is aangewend, om de dwaling te doen ontstaan. Zij sluiten dus altijd opzet in, iets wat bij misleiden niet noodzakelijk het geval behoeft te wezen. Daar zij echter ook van onschuldige misleidingen gebezigd worden, die geen nadeel berokkenen, wat inzonderheid met foppen het geval is, hebben zij eene minder hatelijke beteekenis dan bedriegen. Verschalken wordt vooral gebezigd, waar van twee partijen, die ondersteld worden elkaar te bestrijden, de eene de andere in eene hinderlaag lokt, haar met list een of ander voordeel zoekt af te winnen. De jagers verschalken het wild. Bedotten en beet nemen beteekenen meer, iemand in dwaling brengen ten einde zich vroolijk over hem te maken, of om er voordeel van te trekken. Beethebben beteekent hetzelfde, maar veronderstelt, dat men zijn doel al bereikt heeft, terwijl bij den neus nemen, meestal voorkomende met het versterkende leelijk, te kennen geeft, dat degene, die bij den neus genomen is òf een bespottelijk figuur maakt, óf in hevige mate bedrogen is.

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 332:

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0016 c