Vertaling van 'smart' uit het Engels naar het Nederlands

smart (bn):
slim(en) —.
(de) norddeutsch: pfiffig, aufgeweckt, intelligent, schlau.
(fr) Fin, rusé, adroit.
, intelligent(en) —.
(ru) обладающий развитым умом.
, wijs(en) —.
(ru) обладающий развитым умом.
, handig(en) —., sluw(de) um Wege wissend, seine Ziele (dennoch) zu erreichen.
(de) umgangssprachlich: Klugheit besitzend.
, gewiekst(fr) Fin, rusé, adroit., kien(de) norddeutsch: pfiffig, aufgeweckt, intelligent, schlau., leep(fi) ovela., listig(fi) ovela., uitgekookt(ru) вёрткий., uitgenast(ru) вёрткий., verstandig(ru) обладающий развитым умом.

smart (ww):
pijn doen(en) —., prikken(en) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken