Vertaling van 'surely' uit het Engels naar het Nederlands

surely (bw):
vast(en) —.
(fi) ilman että siitä olisi epävarmuutta.
(no) utvilsomt.
, zeker(en) —.
(no) utvilsomt.
, zeker weten(en) —.
(no) utvilsomt.
, ongetwijfeld(lt) lt., waarschijnlijk(no) utvilsomt.

surely (Adverb):
natuurlijk(de) adverbial: bestimmt, unbedingt, mit Sicherheit., uiteraard(de) adverbial: bestimmt, unbedingt, mit Sicherheit., vanzelfsprekend(de) adverbial: bestimmt, unbedingt, mit Sicherheit.

surely (bn):
natuurlijk(de) adverbial: bestimmt, unbedingt, mit Sicherheit., uiteraard(de) adverbial: bestimmt, unbedingt, mit Sicherheit., vanzelfsprekend(de) adverbial: bestimmt, unbedingt, mit Sicherheit.

Via: Dbnary en WikiWoordenboeken