Vertaling van 'timid' uit het Engels naar het Nederlands

timid (bn):
timide(en) —.
(pl) —.
, bedeesd(en) —., schroomvallig(en) —., schuchter(en) —., aarzelend(de) schüchtern, unsicher im Auftreten; unentschlossen vorgehend., angstig(pl) —., bangelijk(pl) —., beschroomd(de) schüchtern, unsicher im Auftreten; unentschlossen vorgehend., laf(ru) легко поддающийся чувству страха., verlegen(pl) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken