Vertaling van 'tramp' uit het Engels naar het Nederlands

tramp (zn):
A vagrant
dakloze, vagebond, zwerver, landloper

tramp (zn):
A person who engages freely in promiscuous sex
vagebond

tramp (zn):
A foot traveler; someone who goes on an extended walk (for pleasure)
wandelaar

tramp (zn):
A long walk usually for exercise or pleasure
wandeling, wandelen, plotse stijging, dwaaltocht, omzwerving, omzwervingen, peregrinatie, zwerftocht

tramp (ww):
Walk heavily and firmly, as when weary, or through mud
sjokken, sloffen, sukkelen

tramp (ww):
Move about aimlessly or without any destination, often in search of food or employment
rondlopen, vreemdgaan, dolen, wandelen, rondwandelen, dwalen, ronddolen, zwerven

Via: Ensyns.nl

tramp (zn):
landloper(en) —.
(de) jemand ohne festen Wohnsitz, der umherstreift.
(sv) dagdrivare.
, dakloze(en) —., hoer(en) —., sloerie(en) —., vagebond(en) —., zwerver(en) —., werver(de) jemand ohne festen Wohnsitz, der umherstreift.

tramp (ww):
ploeteren(fr) Aller et venir, marcher beaucoup et avec fatigue.., sloven(fr) Aller et venir, marcher beaucoup et avec fatigue.., zich afbeulen(fr) Aller et venir, marcher beaucoup et avec fatigue.., zwoegen(fr) Aller et venir, marcher beaucoup et avec fatigue..

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken