Vertaling van 'truss' uit het Engels naar het Nederlands

truss (zn):
(architecture) a triangular bracket of brick or stone (usually of slight extent)
kraagsteen, kraagstuk

truss (ww):
Secure with or as if with ropes
binden, knevelen, vastbinden

Via: Ensyns.nl

truss (zn):
spant(fr) assemblage de pièces destinées à supporter quelque chose.

truss (ww):
opbinden(en) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken