Vertaling van 'vacation' uit het Engels naar het Nederlands

vacation (zn):
Leisure time away from work devoted to rest or pleasure
vakantie

Via: Ensyns.nl

vacation (zn):
vakantie(en) —.
(fi) lepokausi.
(ja) 動詞:休暇を取る.
(ja) 休暇.
(fr) Temps pendant lequel les études cessent .
(fr) Temps de repos.
(de) —.
, gaan(ja) 動詞:休暇を取る.
(ja) 休暇.
, reis(de) —., verlof(de) —.

vacation (ww):
op vakantie gaan(en) —., slijten(de) —., verbrengen(de) —., verslijten(de) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken