Vertaling van 'acrecer' uit het Spaans naar het Nederlands

acrecer (ww):
groeien(en) increase.
(en) (transitive) to cause something to become bigger.
, accumuleren(en) increase., doen groeien(en) (transitive) to cause something to become bigger., kweken(en) (transitive) to cause something to become bigger., telen(en) (transitive) to cause something to become bigger., verhogen(en) increase., wassen(en) (transitive) to cause something to become bigger.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken