Vertaling van 'afanar' uit het Spaans naar het Nederlands

afanar (ww):
jatten(de) transitiv, umgangssprachlich: etwas entwenden, stehlen.
(en) to steal or snatch.
, stelen(de) transitiv, umgangssprachlich: etwas entwenden, stehlen.
(en) to steal.
, gappen(en) steal., opheffen(en) to steal.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken