Vertaling van 'afrontar' uit het Spaans naar het Nederlands

afrontar (ww):
aanpakken(en) to face or deal with., beschamen(en) to disgrace, or bring shame upon someone., durven(en) to brave or face up to., mee omgaan(en) to deal effectively with something., overweg kunnen(de) einer Situation oder den Umständen gewachsen sein, sie bewältigen können., riskeren(en) to brave or face up to., uit de voeten komen(de) einer Situation oder den Umständen gewachsen sein, sie bewältigen können., uit de voeten kunnen(de) einer Situation oder den Umständen gewachsen sein, sie bewältigen können., verblijven(en) pay for; stand the consequences of., wagen(en) to brave or face up to., wonen(en) pay for; stand the consequences of.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken