aumentar (ww):
vermeerderen(es) —.
(de) die Menge von etwas vergrößern oder auch mehr werden.
(ru) увеличивать количество чего-либо., vergroten(de) die Menge von etwas vergrößern oder auch mehr werden.
(en) make larger.
(en) augment or make something greater.
(en) to increase, make larger or supplement.
(pl) —.
(pl) —., verhogen(de) ein wenig in die Höhe heben.
(en) increase.
(en) to increase speed or rate.
(en) to increase, make larger or supplement., groter maken(pl) —.
(pl) —., stijgen(en) of a quantity, etc: to increase.
(fr) Augmenter en élévation ; croître ; s’accroître., toenemen(fr) Augmenter en élévation ; croître ; s’accroître.
(pl) —., aanvullen(en) to increase, make larger or supplement., accumuleren(en) increase., groeien(en) increase., intensifiëren(pl) —., naar boven gaan(fr) Augmenter en élévation ; croître ; s’accroître., opkomen(en) of a quantity, etc: to increase., opvoeren(en) make larger., rijzen(en) of a quantity, etc: to increase., uitbreiden(en) augment or make something greater., vermenigvuldigen(ru) увеличивать количество чего-либо., versnellen(en) to increase speed or rate., versterken(pl) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com