Vertaling van 'dañar' uit het Spaans naar het Nederlands

dañar (ww):
beschadigen(en) to spoil, to damage.
(en) cause damage.
(en) to make something less intact or even destroy it; to harm or cause destruction.
(sv) orsaka skada.
, bederven(en) reveal the ending.
(en) ruin.
, verbrodden(en) ruin.
(en) reveal the ending.
, verklappen(en) reveal the ending.
(en) ruin.
, verprutsen(en) ruin.
(en) reveal the ending.
, verwennen(en) reveal the ending.
(en) ruin.
, onrecht aandoen(en) to treat unjustly., onrecht doen(en) to treat unjustly., aanmodderen(fr) Casser, détruire, mettre hors d’usage., benadelen(en) to treat unjustly., bezeren(sv) orsaka skada., pijn doen(fr) Infliger de la douleur., schaden(en) cause damage., slopen(fr) Casser, détruire, mettre hors d’usage., verknoeien(en) to spoil, to damage., verpesten(en) to spoil, to damage., verwonden(sv) orsaka skada., zeer doen(fr) Infliger de la douleur.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken