Vertaling van 'desposar' uit het Spaans naar het Nederlands

desposar (ww):
trouwen(en) to marry.
(fr) Prendre en mariage.
, huwen(fr) Prendre en mariage., in het huwelijk treden(en) to marry., met(en) to marry., tot man nemen(en) to marry., tot vrouw nemen(en) to marry.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken