Vertaling van 'empastar' uit het Spaans naar het Nederlands

empastar (ww):
vullen(en) treat (a tooth).
(de) einen ausgebohrten kariösen Zahn mit einer Dichtungsmasse füllen.
, binden(en) transitive connect., koppelen(en) transitive connect., verbinden(en) transitive connect.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken