Vertaling van 'familiar' uit het Spaans naar het Nederlands

familiar (bn):
bekend(en) known to one., bloedverwant(en) kindred by birth., gemeenzaam(en) of oral communication language., gewoon(de) so, wie man es kennt; so, dass man es nicht anders kennt., huiselijk(de) auf das eigene Heim bezogen; mit dem eigenen Heim verbunden., in de volksmond(en) of oral communication language., informeel(en) of oral communication language., spreektalig(en) of oral communication language.

familiar (zn):
familielid(en) someone connected by blood, marriage, or adoption; someone in the same family.
(fr) Membre de la même famille, de la parentèle.
(zh) 因血緣、婚姻或收養而有所關聯的人.
, bloedverwant(en) someone connected by blood, marriage, or adoption; someone in the same family.
(zh) 因血緣、婚姻或收養而有所關聯的人.
, familie(en) (used attributively)., geleidedier(en) attendant spirit., geleidegeest(en) attendant spirit., stationwagen(en) body style for cars., verwant(fr) Membre de la même famille, de la parentèle.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken