Vertaling van 'imponer' uit het Spaans naar het Nederlands

imponer (ww):
opleggen(ca) Carregar.
(ca) Instruir.
(ca) Infondre respecte.
(ca) Posar alguna obligació.
(en) to apply, enforce, or establish (something) with authority.
(en) to impose or subject to.
(fr) Mettre dessus.
, aan boord(en) to put in a barge., belasten(en) to impose or subject to., beoordelen(en) to impose or subject to., bevelen(de) eine Buße, Strafe anordnen., evalueren(en) to impose or subject to., handhaven(en) to keep up., inladen(en) to put in a barge., opdragen(sv) begära eller kräva att någon ska göra något visst., vastleggen(de) eine Buße, Strafe anordnen., versterken(en) to keep up.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken