minusválido (bn):
gehandicapt(en) having a disability.
(en) having a handicap.
(en) —., invalide(en) having a disability.
(en) having a handicap.
(en) —., mindervalide(en) having a disability.
(en) having a handicap.
(en) —., andersvalide(en) having a handicap., behinderd(en) having a handicap., beperkt(en) having a handicap., gebrekkig(en) having a handicap.
minusválido (zn):
gehandicapte(en) disabled one., gehandicapten(en) disabled one., invaliden(en) disabled one., persoon met een beperking(en) disabled one.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com