Vertaling van 'obstruir' uit het Spaans naar het Nederlands

obstruir (ww):
blokkeren(en) to prevent passing.
(en) to fill, making it impossible to pass.
(de) jemanden oder etwas den Weg versperren.
(pl) —.
, versperren(en) to prevent passing.
(en) to fill, making it impossible to pass.
(pl) —.
, verstoppen(en) to fill, making it impossible to pass.
(en) to prevent passing.
, dwarsbomen(pl) —., dwarszitten(pl) —., frustreren(pl) —., rekken(de) etwas nicht rechtzeitig/nicht so früh wie möglich tun., verijdelen(pl) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken