obvio (bn):
duidelijk(en) free of ambiguity or doubt., klinkklaar(en) obvious, on show., openlijk(en) obvious, on show., overduidelijk(en) easily discovered or understood; self-explanatory., schaamteloos(en) obvious, on show., voor de hand liggend(en) easily discovered or understood; self-explanatory., voordehandliggend(en) easily discovered or understood; self-explanatory.
obvio (interjection):
je meent het(en) disdainful indication that something is obvious.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com