Vertaling van 'picar' uit het Spaans naar het Nederlands

picar (ww):
bijten(en) bite a baited hook or other lure.
(en) sting.
(ru) причинять боль, вызывать ощущение жжения.
, jeuken(en) to feel the need to scratch.
(de) —.
, erdoor draaien(de) transitiv, Hilfsverb haben: Nahrung durch den Fleischwolf drehen., fijnhakken(de) zumeist Pflanzenteile mit einer Häckselmaschine oder anderen Schneidgeräten zerkleinern., hakken(en) chop fine., knabbelen(fr) Manger petit à petit en rongeant.., kriebelen(en) to feel the need to scratch., muizen(de) —., slempen(de) —., smikkelen(de) —., smullen(de) —., snoepen(de) essen oder kosten (besonders Süßigkeiten).

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken