Vertaling van 'posponer' uit het Spaans naar het Nederlands

posponer (ww):
uitstellen(en) to defer.
(en) to postpone.
(en) to delay or put off an event.
(fr) Placer après.
(fr) Remettre à plus tard.
, tegenhouden(en) to delay commencing.
(en) To delay commencing an action.
(en) to delay someone or something.
, nastellen(fr) Placer après.
(fr) Remettre à plus tard.
, onderbreken(en) to postpone.
(en) to defer.
, verdagen(en) to defer.
(en) to postpone.
, achterstellen(en) to delay or put off an event., opschorten(en) to delay or put off an event., verschuiven(en) to delay or put off an event.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.