principal (bn):
hoofd(ca) El més important.
(ca) El més important., hoofdzakelijk(de) den vorwiegenden, wichtigsten Teil betreffend.
(de) den Kern einer Sache betreffend; eine feste Bedeutung im juristischem Gebrauch., voornaamste(en) first in importance, degree, or rank.
(en) primary, main., belangrijk(en) chief, most important, or principal in extent, etc.., eerste(en) first in importance, degree, or rank., hoofd-(en) chief, most important, or principal in extent, etc.., primair(en) first in importance, degree, or rank., principieel(de) —., voornaam(en) chief, most important, or principal in extent, etc..
principal (zn):
balkon(fr) avant-scène ., lastgever(en) legal: one on behalf of whom an agent or gestor acts., vertegenwoordiger(en) legal: one on behalf of whom an agent or gestor acts.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com