superar (ww):
overwinnen(de) transitiv: mit etwas Schwierigem fertig werden.
(de) transitiv: ein Hindernis überqueren.
(en) to beat.
(en) to surmount, get the better of., meesteren(de) transitiv: eine mühsame Arbeit hinter sich bringen, damit fertig werden.
(de) transitiv: ein schwerwiegendes Erlebnis oder ein Gefühl innerlich verarbeiten., overkomen(de) transitiv: mit etwas Schwierigem fertig werden.
(de) transitiv: ein Hindernis überqueren., in de schaduw stellen(fr) Laisser dans l’ombre, passer devant., overmeesteren(en) to beat., overstijgen(en) to exceed., overtreffen(en) to exceed., slaan(en) to beat., verslaan(en) to beat.
superar (bn):
aankunnen(de) —., iets de baas worden(de) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com