éviter (ww):
vermijden(fr) —.
(no) unngå.
(en) to keep away from.
(en) to try not to be hit; to give way.
(en) to avoid, ostracize.
(es) —.
(sv) inte hamnar., ontwijken(fr) —.
(en) to avoid by moving out of the way.
(en) to avert or prevent.
(en) to avoid, ostracize.
(es) —.
(sv) inte behöva göra något., mijden(fr) —.
(de) etwas dafür tun, einer Person oder Sache nicht zu begegnen., uit de weg gaan(fr) —.
(en) to avoid by moving out of the way., ontvlieden(fr) —., af zijn van(sv) inte behöva göra något., afweren(en) prevent something from happening., maken(en) to bypass a requirement., omzeilen(en) to bypass a requirement., ontduiken(en) avoid a duty., ontgaan(en) to elude., ontsnappen aan(en) to elude., ontspringen(en) to avoid by moving out of the way., overbodig(en) to bypass a requirement., schuwen(pl) —., voorkomen(en) to avert or prevent., zich drukken(en) avoid a duty., zich onthouden(en) to keep away from., zijn plicht ontlopen(en) avoid a duty.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com