Vertaling van 'absence' uit het Frans naar het Nederlands

absence (zn):
afwezigheid(en) state of being away.
(en) fencing: lack of contact between blades.
(en) inattention to things present.
(en) lack; deficiency; non-existence.
(sv) det att inte vara på plats.
, gemis(en) state of being away.
(en) fencing: lack of contact between blades.
(en) inattention to things present.
(en) lack; deficiency; non-existence.
, ontbreken(en) state of being away.
(en) fencing: lack of contact between blades.
(en) inattention to things present.
(en) lack; deficiency; non-existence.
, tekort(en) state of being away.
(en) fencing: lack of contact between blades.
(en) inattention to things present.
(en) lack; deficiency; non-existence.
, verstek(en) state of being away.
(en) fencing: lack of contact between blades.
(en) inattention to things present.
(en) lack; deficiency; non-existence.
, verstrooidheid(en) state of being away.
(en) fencing: lack of contact between blades.
(en) inattention to things present.
(en) lack; deficiency; non-existence.
, gebrek(en) deficiency, need.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken