Vertaling van 'accumuler' uit het Frans naar het Nederlands

accumuler (ww):
accumuleren(fr) —.
(en) to grow in number.
(en) to pile up.
(sv) ackumulera.
(es) —.
(pl) —.
(pl) —.
, ophopen(fr) —.
(de) reflexiv: sich auftürmen.
(en) to amass.
, opeenhopen(fr) —., opstapelen(de) reflexiv: sich auftürmen.
(en) to grow in number.
(en) to pile up.
, vermeerderen(de) von einer Sache mehr und mehr zusammenbekommen, zusammentragen.
(en) to grow in number.
(en) to pile up.
, zich opstapelen(en) to pile up.
(en) to grow in number.
, een voorraad aanleggen(en) to accumulate or build up a supply of (something)., hamsteren(en) to amass., oplsaan(en) to accumulate or build up a supply of (something)., oppotten(en) to amass., sparen(ru) собирать впрок, увеличивать имеющееся количество чего-либо., verzamelen(en) to amass.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken