Vertaling van 'adresser' uit het Frans naar het Nederlands

adresser (ww):
adresseren(fr) —.
(no) sette adresse på.
(sv) förse med adress.
, zich wenden tot(fr) —.
(fr) —.
, doen toekomen(fr) —., opsturen(fr) —., opzenden(fr) —., sturen(fr) —., verzenden(fr) —., zenden(fr) —., richten(de) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken