affaler (ww):
langs een touw naar beneden glijden(fr) —., neerhalen(fr) —., op de kust lopen(fr) —., vieren(fr) —., zich laten vallen(fr) —., zich uitrekken(fr) —., de vlag strijken(en) nautical: to take down., doorstrepen(en) nautical: to take down., raken(en) nautical: to take down., schijnen(en) nautical: to take down., slaan(en) nautical: to take down., staken(en) nautical: to take down., treffen(en) nautical: to take down., uitwissen(en) nautical: to take down., wissen(en) nautical: to take down.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com