Vertaling van 'apporter' uit het Frans naar het Nederlands

apporter (ww):
brengen(de) eine Sache oder eine Person von einem an einen anderen Ort bewegen.
(de) übertragen: etwas verursachen, für etwas sorgen.
(en) to transport toward somebody/somewhere.
(fi) tuoda.
(sv) föra med sig.
(ru) неся, доставлять.
, aandragen(de) Speisen auf dem Tisch servieren; ein Thema ansprechen., dragen(ru) перемещать., meenemen(sv) ta med., opscheppen(de) Speisen auf dem Tisch servieren; ein Thema ansprechen.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken