avant (zn):
aanvaller(fr) —.
(de) Sport: Offensivspieler, dessen Hauptaufgabe darin besteht, Tore zu schießen.
(es) —., boeg(de) Nautik, Aviatik: Schiffsvorderteil, Flugzeugvorderteil., neus(de) Nautik, Aviatik: Schiffsvorderteil, Flugzeugvorderteil., spits(de) Sport: Offensivspieler, dessen Hauptaufgabe darin besteht, Tore zu schießen., voorkant(en) facing side., voorzijde(en) facing side.
avant (vz):
voor(en) earlier than.
(en) in front of according to an ordering system.
(sv) både om tid, rum och kvalitativt.
(ru) до., voordat(en) earlier than.
(en) in front of according to an ordering system., door(en) not later than., eer(en) before, sooner than., tegen(en) not later than., voorafgaand aan(en) before (formal).
avant (bw):
eerder(en) at an earlier time., van tevoren(de) vor diesem Zeitpunkt oder Vorgang., voordien(en) at an earlier time., voorheen(en) at an earlier time., vroeger(en) at an earlier time.
avant (ww):
schrijden(de) betonte Ausdrucksweise für gehen; bewusst gehen.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com