continuer (ww):
verdergaan(ca) Prosseguir.
(ca) Durar, perseverar.
(de) an etwas, das begonnen wurde, anschließen und weiterführen, weiterverfolgen.
(en) transitive: proceed.
(en) intransitive: resume.
(lt) lt., doorgaan(en) continue.
(en) to continue.
(en) intransitive: resume.
(en) transitive: proceed.
(lt) lt., voortzetten(en) (transitive) start something again that has been stopped or paused.
(en) transitive: proceed.
(en) intransitive: resume.
(lt) lt.
(pl) —., herbeginnen(en) transitive: proceed.
(en) intransitive: resume., verder gaan(en) continue., behouden(en) to continue., doodgaan(en) to continue., gebeuren(en) to continue., heengaan(en) to continue., hervatten(en) (transitive) start something again that has been stopped or paused., houden(en) to continue., overlijden(en) to continue., voorbijgaan(en) to continue.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com