Vertaling van 'contracter' uit het Frans naar het Nederlands

contracter (ww):
contracteren(fr) —.
(pt) (transitivo): combinar).
, aangaan(fr) —., afsluiten(fr) —., contraheren(de) transitiv, Hilfsverb haben: etwas schrumpfen oder verkürzen., verengen(de) schmaler werden oder machen., versmallen(de) schmaler werden oder machen.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken