coucher (ww):
leggen(fr) —.
(en) to place something down in a position of rest.
(ru) помещать., ondergaan(fr) —.
(en) of a heavenly body: to disappear below the horizon.
(ja) —., gaan liggen(fr) —.
(en) assume a horizontal position., liggen(fr) —.
(ru) покоиться горизонтально., neerleggen(fr) —.
(en) to place something down in a position of rest., in bed stoppen(fr) —., naar bed brengen(fr) —., slapen(fr) —., vlijen(fr) —., overnachten(de) übernachten.
(de) intransitiv: Geschlechtsverkehr ausüben.
(de) intransitiv, insbesondere auf Reisen: nachts anderswo schlafen oder ausruhen., naar bed gaan met(en) (euphemistic) to have sex.
(no) ha samleie med., naaien(sv) ha sex., naar bed gaan(en) (euphemistic) to have sex., neuken(sv) ha sex., verdwijnen(en) of a heavenly body: to disappear below the horizon.
coucher (interjection):
vlug een beetje(en) hurry up.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com