Vertaling van 'coupler' uit het Frans naar het Nederlands

coupler (ww):
koppelen(de) zwei Dinge miteinander verbinden, sie aneinanderhängen/koppeln.
(en) to join together.
(en) transitive couple.
, binden(en) transitive couple., verbinden(en) transitive couple.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken