Vertaling van 'croître' uit het Frans naar het Nederlands

croître (ww):
groeien(de) allmählich größer werden; von der Größe, vom Umfang her zunehmen.
(en) literary: grow.
(en) of the moon: appear larger each night.
(en) become larger.
(fi) tulla suuremmaksi tai vanhemmaksi.
(en) (intransitive) to become bigger.
(it) rendere maggiore una quantità o valore.
(it) diventare più grande, detto di quantità, valore, numero.
(en) —.
(pl) —.
(pl) —.
, wassen(en) literary: grow.
(en) of the moon: appear larger each night.
(en) (intransitive) to become bigger.
(it) rendere maggiore una quantità o valore.
(it) diventare più grande, detto di quantità, valore, numero.
(en) —.
, toenemen(en) literary: grow.
(en) of the moon: appear larger each night.
(en) become larger.
, doen groeien(en) (intransitive) to become bigger.
(en) —.
, kweken(en) (intransitive) to become bigger.
(en) —.
, telen(en) (intransitive) to become bigger.
(en) —.
, aangroeien(ru) увеличиваться в размерах., gedijen(en) to increase in bulk or stature., opbloeien(en) to grow or expand., opbouwen(en) (intransitive) to develop in magnitude or extent., uitgroeien(en) to grow or expand., verhogen(en) become larger., vermeerderen(en) become larger., waxen(en) phase of a planet.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken