Vertaling van 'décroître' uit het Frans naar het Nederlands

décroître (ww):
krimpen(de) Hilfsverb sein: geringer werden, schmälern.
(en) (intransitive) to decrease, shrink, vanish.
, afnemen(de) —., smelten(en) (intransitive) to decrease, shrink, vanish., tanen(de) in bedenklichem Maße nachlassen., vallen(de) auf einen niedrigeren Wert sinken., verdwijnen(en) (intransitive) to decrease, shrink, vanish.

Via: Dbnary en WikiWoordenboeken