Vertaling van 'dépérir' uit het Frans naar het Nederlands

dépérir (ww):
verzwakken(en) to grow weak, lose strength.
(en) to lose strength and become weak.
(en) to weaken.
, verslappen(en) to grow weak, lose strength.
(en) to lose strength and become weak.
, wegkwijnen(en) to weaken.
(en) lose energy.
, doen wegkwijnen(en) to weaken., koud maken(en) to weaken., verdoen(en) to weaken., verklungelen(en) to weaken., verkwisten(en) to weaken., vermorsen(en) to weaken., verspillen(en) to weaken., verwelken(en) to grow weak, lose strength., verwoesten(en) to weaken.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken