doucement (bn):
fijn(de) kaum hörbar., stil(de) kaum hörbar., stilletjes(de) kaum hörbar., zacht(de) kaum hörbar., zachtjes(de) kaum hörbar., zwak(de) kaum hörbar., zwakjes(de) kaum hörbar.
doucement (bw):
behoedzaam(en) in a cautious and delicate manner., langzaam(pl) —., voorzichtig(en) in a cautious and delicate manner., zachtaardig(en) softly, gently., zachtjes(en) softly, gently., zachtzinnig(en) softly, gently.
Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com