effectif (bn):
effectief(fr) —.
(en) existing in act or reality, not just potentially.
(en) —., daadwerkelijk(en) existing in act or reality, not just potentially.
(en) —., echt(en) existing in act or reality, not just potentially.
(en) —., reëel(en) existing in act or reality, not just potentially.
(en) —., werkelijk(en) existing in act or reality, not just potentially.
(en) —., feitelijk(en) of facts.
effectif (zn):
aantal(fr) —., bezetting(fr) —., grootte(fr) —., kracht(en) quality of being strong., sterkte(en) quality of being strong.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com