Vertaling van 'employer' uit het Frans naar het Nederlands

employer (ww):
tewerkstellen(fr) —.
(de) jemandem eine Arbeitsstelle geben.
(de) jemand beschäftigt jemanden: jemandem eine Arbeitsstelle geben.
(en) to give someone work.
(en) to put into use.
, benutten(fr) —.
(de) —.
, gebruiken(fr) —.
(de) transitiv: etwas verwenden, benutzen.
, aanwenden(fr) —., aanstellen(en) to employ., aanwerven(en) to employ., nutten(de) —., toepassen(de) eine Aussage oder Regel auf etwas anderes oder jemanden übertragen., verhuren(en) to employ.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken