essentiel (bn):
essentieel(de) wesentlich, zum Wesen (einer Sache) gehörig.
(en) in basic form.
(en) —., belangrijk(de) den größten Anteil ausmachend.
(en) highly influential., echt(en) in basic form.
(en) —., werkelijk(en) in basic form.
(en) —., wezenlijk(en) in basic form.
(en) —., baanbrekend(en) highly influential., cruciaal(en) being of crucial importance; central, key., doorslaggevend(en) being of crucial importance; central, key., invloedrijk(en) highly influential., noodzakelijk(en) essential.
essentiel (zn):
essentie(en) main idea or substance, or the most essential part, of a longer or more complicated matter.
(en) concise summary., korte samenvatting(en) concise summary., grote lijnen(en) main idea or substance, or the most essential part, of a longer or more complicated matter., kerngedachte(en) main idea or substance, or the most essential part, of a longer or more complicated matter., wezen(pl) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com