Vertaling van 'exploser' uit het Frans naar het Nederlands

exploser (ww):
exploderen(de) [[plötzlich]] [[heftig]] [[auseinanderfliegen]].
(en) to explode (intransitive).
(en) to destroy with an explosion.
(pl) —.
, ontploffen(en) to explode (intransitive).
(en) to destroy with an explosion.
(pl) —.
(sv) fysik.
, opblazen(ca) Esclatar.
(en) to explode (intransitive).
(en) to destroy with an explosion.
, afgaan(en) explode.
(en) become very angry.
, barsten(de) intransitiv; gehoben: unvermittelt und gewaltsam auseinanderbrechen., bersten(de) intransitiv; gehoben: unvermittelt und gewaltsam auseinanderbrechen., schitteren(it) esplodere.

Via: Dbnary en WikiWoordenboeken