Vertaling van 'franchir' uit het Frans naar het Nederlands

franchir (ww):
overwinnen(fr) —.
(fr) —.
, overkomen(fr) —., overschrijden(fr) —., óverkomen(fr) —., doorkruisen(en) to travel across, often under difficult conditions., doorreizen(en) to travel across, often under difficult conditions., oversteken(en) go from one side of something to the other.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken