Vertaling van 'gâcher' uit het Frans naar het Nederlands

gâcher (ww):
bederven(en) ruin.
(de) —.
, verkwisten(en) to waste.
(en) to squander.
, verprutsen(en) ruin.
(de) —.
, verspillen(en) to waste.
(en) to squander.
, doen wegkwijnen(en) to squander., klieder(en) to make a mess of., kliederen(en) to make a mess of., koud maken(en) to squander., verbrassen(en) to waste., verbrodden(en) ruin., verbruien(de) transitiv., verdoen(en) to squander., verklungelen(en) to squander., verknoeien(de) —., verkwanselen(en) to waste., vermorsen(en) to squander., verpesten(sv) göra otrevlig., verwennen(en) ruin., verwoesten(en) to squander., verzwakken(en) to squander., wegkwijnen(en) to squander.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken