gentil (bn):
vriendelijk(de) in der Begegnung mit anderen Menschen, Dingen, Ereignissen positiv eingestellt.
(en) approachable, warm.
(en) characteristic of friendliness.
(en) kind, genial, benevolent or tolerant.
(sv) tillmötesgående., aangenaam(en) characteristic of friendliness.
(en) approachable, warm.
(en) pleasant, satisfactory.
(tr) beğenilen., aardig(da) om person.
(en) affectionate, nice.
(sv) tillmötesgående.
(pt) pronto ou ansioso para fazer o bem aos outros., lief(da) om person.
(en) affectionate, nice.
(en) having a helpful disposition., hartelijk(en) approachable, warm.
(en) characteristic of friendliness., leuk(en) pleasant, satisfactory.
(en) affectionate, nice., lieflijk(en) tender and amiable.
(en) —., sympathiek(en) characteristic of friendliness.
(en) approachable, warm., vriendschappelijk(en) characteristic of friendliness.
(en) approachable, warm., beleefd(pl) —., fijn(en) pleasant, satisfactory., mooi(en) affectionate, nice., prettig(en) affectionate, nice., schattig(en) having a helpful disposition., verdraagzaam(en) kind, genial, benevolent or tolerant., welwillend(en) kind, genial, benevolent or tolerant.
gentil (zn):
goj(en) non-Jew., niet-Jood(en) non-Jew.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com