Vertaling van 'gribouiller' uit het Frans naar het Nederlands

gribouiller (ww):
krabbelen(de) —., kriebelen(de) —., merken(de) —., ruzie maken(de) reflexiv; Deutschland, umgangssprachlich: mit jemandem Zoff haben., tekenen(de) —., twisten(de) reflexiv; Deutschland, umgangssprachlich: mit jemandem Zoff haben.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken