Vertaling van 'gueux' uit het Frans naar het Nederlands

gueux (zn):
bedelaar(en) person who begs., bedelaarster(en) person who begs., bedelares(en) person who begs., geus(de) niederländischer Aufständischer im Achtzigjährigen Krieg.

gueux (bn):
gemeen(en) part of the common rabble., ordinair(en) part of the common rabble., vulgair(en) part of the common rabble.

Via: Dbnary en WikiWoordenboeken