Vertaling van 'installer' uit het Frans naar het Nederlands

installer (ww):
installeren(fr) —.
(de) eine technische Vorrichtung einbauen.
(en) set something up for use.
(de) —.
, aanleggen(fr) —., fitten(fr) —., opzetten(en) set something up for use.
(en) to ready something for use.
, settelen(en) to fix one's dwelling.
(en) to place in a fixed or permanent condition.
, vestigen(en) to place in a fixed or permanent condition.
(en) to fix one's dwelling.
, aansluiten(en) set something up for use., bereiden(en) to ready something for use., klaarzetten(en) to ready something for use., voorbereiden(en) to ready something for use.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken